Snowboardlerarenopleiding A ’03

Omdat ik deze winter een seizoen in een wintersportgebied door ga brengen heb ik mezelf een aantal maanden geleden opgegeven voor de opleiding Snowboardleraar A bij Snowboard Holland. Ik ben zelf helemaal verslaafd aan snowboarden maar had voor het begin van deze cursus (bijna) geen enkele ervaren met lesgeven. Het was voor mij dan ook allemaal nieuw. Deze opleiding bestaat uit 2 deelcertificaten: CI en CII. Van tevoren moet je een toelatingstest doen om toegelaten te worden tot de opleiding.

De toelatingstest. (11-03-‘03)
fpImage223Dit jaar was deze test 11 maart in Skidôme, Rucphen. Er deden ongeveer 35 Snowboarders mee. Je moet drie verschillende snowboardtechnieken laten zien, die eerst voorgedaan worden door één van de opleiders. Deze technieken zijn: traverseren (schuin de piste over steken), geslipte basisbocht (de eerste bocht die je beginnende snowboarders aanleert) en lang gesneden bochten (volle bak naar beneden met lange bochten). Op deze drie technieken word je op het examen ook beoordeeld. Het is echt niet moeilijk om toegelaten te worden. Wat me vooral heel erg opviel was dat velen geeneens probeerden om het voorbeeld na te doen maar gewoon met hun eigen stylo naar beneden ragden. Probeer je snelheid bij traverseren en de basisbocht heel laag te houden, deze is immers voor beginners bedoeld. Als je zo goed mogelijk de technieken probeert te laten zien, op de been blijft en de snelheid laag houdt moet deze test geen enkel probleem zijn. Er zaten ook wat mensen tussen die zelf al veel moeite hadden om te blijven staan, deze werden dus ook niet toegelaten. Toch vielen er van de ongeveer 35 die meededen niet meer dan een paar af.

De deelcertificaten.
Nou als het goed is is het je gelukt, je mag meedoen met Certificaat I. Voor de duidelijkheid zal ik in het kort even opsommen waaruit Certificaat I en II bestaan en de verschillen ertussen.

Certificaat I:
* 4 cursusdagen in NL.
* 2 examens: eigenvaardigheid en theorie.
* 12 uur stage bij een NL indoorbaan.
* Met dit certificaat mag je in NL op sneeuwbanen aan beginners lesgeven.
* Kosten 2003: 280 euro

Certificaat II:
* 5 cursusdagen in NL.
* Een sneeuwweek in Kaprun.
* 3 examens: theorie, eigenvaardigheid en lesgeven.
* 20 uur stage bij verschillende NL banen
* Met dit certificaat mag je in NL op sneeuw-, indoor- en borstelbanen en in wintersportgebieden aan beginners en gevorderden lesgeven. Zonder Certificaat I mag je niet aan II beginnen.
* Kosten 2003: 1.055 euro

De cursusdagen in NL. (CI: 5 april t/m 18 mei en CII: 21 juni t/m 4 okt.‘03)
NieuwegeinDeze dagen op verschillende Nederlandse banen hebben allemaal dezelfde structuur. Van 9:00 tot 17:00 wordt er aandacht besteed aan eigenvaardigheid, lesgeven en wordt er ook nog theorie behandeld. Erg fijn als je om 9:00 in Zoetermeer wordt verwacht, voor mij toch 1,5 uur rijden. Voor elke cursusdag krijg je een lesopdracht die je dan die dag aan je medecursisten moet geven. Dit kan hele grappige situaties opleveren als je zogenaamd een vrijgezellengroep krijgt, terwijl je medecursisten zich zo goed mogelijk in hun rol proberen in te leven, met hilarische gevolgen.

Elke dag wordt er verder gewerkt aan de techniek van het lesgeven en alles wat er bij komt kijken. Je leert dus stapsgewijs hoe je je les moet opbouwen, waar je een bepaalde oefening moet geven en vooral hoe je je les veilig houdt. Omdat je met het diploma op alle 3 de baansoorten les mag geven (indoorsneeuwbaan, indoorrollerbaan en borstelbaan) leer je ook om op die soorten banen les te geven. Wat zijn de verschillen tussen de ondergronden en waar moet je op letten bij het lesgeven??? Omdat je elke cursusdag voor de groep moet staan, moet je wel aan de bak. Je wordt dus vanaf je begin in het diepe gegooid, zodat je voelt hoe het is om de leiding te hebben. In het begin is dit best spannend, zeker als je het niet gewend bent om voor een groep te staan. Langzaam begin je je vertrouwd te voelen met die rol en wordt je een echte snowboardleraar. Na afloop van je “les” krijg je van de opleiders en medecursisten opmerkingen en hoe je het de volgende keer beter kan doen.

Naast het lesgeven is de eigenvaardigheid ook een heel belangrijk onderdeel. De verschillende snowboardtechnieken worden helemaal uitgesplitst en alles wat je dacht dat je goed deed is fout. Om je met je neus op je eigen fouten te drukken wordt er veel met videoanalyse gewerkt. Toch best even schrikken als je jezelf ziet boarden in je eigen vertrouwde houding. Vervolgens wordt hier tot in den treuren aan gewerkt totdat je als een echte snowboardleraar de berg af komt sjezen, maar ook de 1e bocht voor beginners goed voor kunt doen. Omdat er ook cursusdagen op roller- en borstelbanen zijn wordt er ook op die ondergrond flink aan je techniek geschaafd. Ik had zelf nog nooit geen enkele ervaring met die banen, maar het is zeer leerzaam en erg goed voor je techniek. De borstelbaan is goed te doen, dit is niet zo wezenlijk anders dan de echte sneeuw. Het is even wennen maar daarna goed te doen. De rollerbaan is een stuk moeilijker om hier los van de balk bochten te kunnen draaien heb je toch een aantal uren ervaring nodig. Je wordt veel sneller afgestraft voor je fouten als in de echte sneeuw, maar het is ontzettend goed voor je techniek. Veel oefenen dus. Het examen eigenvaardigheid voor het 2e Certificaat vindt zelfs plaats op een borstelbaan, je moet dus behoorlijk vertrouwd zijn met zo’n baan. De visie van deze opleiding is dat je beter leert snowboarden door te doen, wat je bij eigenvaardigheid dus erg letterlijk moet nemen. Je maakt zoveel mogelijk meters en krijgt telkens op- en aanmerkingen van de opleiders.

De Stage.
Zoals gezegd, je moet voor elk van de certificaten een aantal uren stage lopen bij een Nederlandse baan. Voor de CI mag dit op elke soort baan en moet je in totaal 12 uur meelopen. Voor de CII is het 20 uur en moet je op alledrie de soorten banen stage lopen. De bedoeling van de stage is dat je in de praktijk leert hoe het is om les te geven. Bij de CI moet je eerst een rapportage maken van over een baan, zodat je een beetje weet hoe alles daar in z’n werk gaat. Vervolgens loop je nog een aantal uur mee met een leraar en assisteer je hem of haar met de les. Bij de CII wordt hierop verder geborduurd, je loopt weer mee met een leraar en tenslotte ga je zelf voor de groep staan. Dit moet dus bij een borstelbaan, rollerbaan en weer op de sneeuwbaan. Je moet natuurlijk ook een verslag hierover maken, dit moet voldoende zijn om te kunnen slagen. De stage is een hele leerzame periode waarin je echt te weten komt hoe het er in de praktijk aan toe gaat.

Examen Certificaat I. (25 mei ‘03)
skidomeDit examen bestaat uit een theorie- en een eigenvaardigheidonderdeel en vond plaats in Skidôme. Bij de eigenvaardigheid worden dezelfde technieken beoordeeld als bij de toelatingstest, dus de traverse, de geslipte basisbocht en lang gesneden bochten. Hierbij wordt o.a. gelet op je houding (de centrale balans) en hoe je de bochtinzet maakt en hoe je tijdens de bocht staat (de alpinebalans). Dit alles wordt door 2 opleiders beoordeeld en samen met je cursusbeoordeling vormt dit je cijfer eigenvaardigheid. Het theorieonderdeel bestaat uit vragen die over alles gaan wat met de opleiding te maken heeft. Van hoe de methodische lijn tijdens je lessen is tot wat voor soort board je een beginner kan aanraden. Als je slaagt voor de CI mag je verdergaan met het 2e certificaat.

Certificaat II. (21 juni t/m 23 nov.’03)
Dit certificaat is een stuk uitgebreider dan de het 1e. Het bestaat ook uit een aantal cursusdagen in Nederland, een sneeuwweek in Kaprun en een aantal examens. De cursusdagen zijn qua opbouw en invulling hetzelfde als bij de CI. Alleen wordt er meer aandacht besteed aan andere ondergronden dan sneeuw, je krijgt dus voornamelijk les op roller- en borstelbanen. Dit is logisch, want het examen is ook op een borstelbaan. Na de cursusdagen wordt het echt leuk, de sneeuwweek in Kaprun komt eraan.

De sneeuwweek. (11 t/m 18 okt. ’03)
Na de cursusdagen op in Nederland was het dan eindelijk zover: we gingen met de groep naar de echte sneeuw. De bestemming was Kaprun in Oostenrijk. Iedereen werd zaterdagavond voor zessen verwacht om daar de eerste gezamenlijke maaltijd te nuttigen. Vervolgens kregen we een uitleg over wat we de komende week konden verwachten en hoe de planning zou zijn. De groep werd ook in tweeën gedeeld om beter te kunnen werken. Tijdens deze uitleg werd ons aangeraden om snel onze koffers uit te pakken en ons materiaal in orde te maken want, zo vertelde onze opleider Gosse, de komende week werden wij elke ochtend om 8uur bij de lift verwacht. Dit was voor de meeste van ons toch wel een schok, maar met het idee dat we eindelijk de eerste sneeuw van het nieuwe seizoen konden voelen stond iedereen de volgende ochtend toch om 8 uur paraat. De opleiders wilden snel aan de slag, zij het niet dat er toch nog één, na vele waarschuwingen van de opleiders, zijn liftpas vergeten was, onze o zo befaamde Dave. Na zo’n 30 minuten met de gondel, nog een gondel en nog een gondel en stonden we dan eindelijk op de top van Kaprun op zo’n 3200 meter hoogte te genieten van het prachtige uitzicht over de vele bergtoppen onder ons. Het was een prachtig stralende blauwe dag, Bluebird, zoals ze dat zo mooi in de VS zeggen. Uiteindelijk bleek dat we de rest van de week dit prachtige weer zouden behouden.

tedZoals de rest van de week ook zou gebeuren werd de tijd dat we in de sneeuw zaten in tweeën gedeeld, voor de lunch en na de lunch. Het programma bestond voornamelijk uit twee onderdelen: eigenvaardigheid en lesgeven. Tijdens eigenvaardigheid werd, zoals de naam het al zegt, voornamelijk aan je eigen snowboardtechniek gewerkt. We deden dit door middel van veel afdalingen maken met steeds tips van een van onze opleiders waar we dan aan moesten werken tijdens het boarden. We hebben vooral aan onze houding en bochtentechniek gewerkt die week. Ook werd er veel met videoanalyse gewerkt, dit keken we dan ’s middag terug in het pension. Op deze manier kun je heel erg goed je fouten eruit halen.

Een leuke afwisseling was dat er twee middagen aandacht besteed is aan freestyle. De eerste middag hebben we vooral aan pistetruckjes gewerkt zoals springen, de ollie en butteren. De tweede middag begonnen we aan het echte werk en doken we dan ook met ze allen het funparkje in. Daar zochten we een goede schans op (er waren er twee dus dat was niet al te moeilijk). Het werd dus de kleinste maar deze had alsnog een flat van zo’n 4 meter. Deze was voor de meeste onder ons toch best wel pittig omdat er veel tussen zaten die nog nooit gesprongen hadden. Gelukkig vond iedereen het geweldig leuk en we gingen helemaal los toen Maarten Huisman (één van onze opleiders en onder meer bekend van Taste) ook nog zijn camera erbij pakte om een fotoshoot te maken. Iedereen ging er helemaal voor. Enkele noemenswaardige uitblinkers in het springen, die ik toch even wil noemen waren Renske en Walter, beide bekend hier op US. Dit overdonderende enthousiasme voor het springen leidde ertoe dat we veel langer bleven dan de planning was en we moesten ons nog haasten voor de laatste lift.

Zoals gezegd werd naast eigenvaardigheid ook gewerkt aan het lesgeven. Het idee hiervan was dat iedereen elke avond een lesopdracht kreeg die dan de volgende dag uitgevoerd moest worden. Tijdens het lesgeven van één van de cursisten waren de overige cursisten zijn of haar leerlingen. Na elke les werd er met de groep en één van de opleiders even besproken hoe het ging. Het was erg mooi om te zien hoe iedereen aan het eind van de week als echt boardleraren voor de groep stond.

Het programma op de piste was meestal zo rond 16 uur afgelopen waarna we met de groep met de gondels omlaag gingen. Vervolgens kregen we dan een half uurtje zodat we ons even konden omkleden en opfrissen om vervolgens met theorie te beginnen.
We hadden meestal theorie van 17:00 tot 18:30, vervolgens eten en dan nog een theorieblok van 20:00 tot 22:00.
De theorie lessen bestonden onder andere uit:
* Video analyse, hier werden video beelden besproken die gedurende eigenvaardigheid opgenomen waren.
* Lesevaluatie, hier werden nogmaals de gegeven lessen van die dag grondig besproken.
* Materiaalkunde, hier werd alles uitgelegd en voorgedaan over hoe je je snowboard moet onderhouden en repareren.
* Kinderlessen, hier werd verteld hoe je een leuke kinderles kunt draaien en waar je speciaal op moet letten..
* Lawinekunde, over alles wat met lawines te maken heeft.

Een uitzondering op het normale programma was dat we een middag lawinekunde hadden. Dit hield in dat we onder andere getraind werden in het zoeken met lawinepiepers. Hoe je iemand moet zoeken met sondes en het analyseren van sneeuw. Heel erg leuk en leerzaam.

Daarnaast hebben we op de laatste avond ook nog een bonte avond gehad zoals dat zo gezellig Brabants heet. Dit hield in dat iedereen een sketch o.i.d. moest voorbereiden die in wat voor vorm dan ook de afgelopen week zou bespreken. Dit alles om de theorie van groepsdynamica op een leuke manier te behandelen. Nou zoals je kan begrijpen werd bijna iedereen in de zeik genomen maar dan vooral de opleiders natuurlijk. Dit leidde tot hilarische situaties waar enorm om gelachen werd. Die avond zijn we met de hele groep nog wat gaan drinken in een barretje, waarbij sommigen pas in de hele vroege uurtjes terugkeerden naar hun bedje. De volgende dag, zaterdag, was de week dan toch echt om. Iedereen moest een keer voorboarden en de examentechnieken werden beoordeeld. ’s Middags was het dan het moment gekomen om afscheid te nemen. Niet voordat we met de groepen bij elkaar waren gekomen om even afscheid van elkaar te nemen op bijzondere manier waar hier en daar wel een traantje werd gelaten. En zoals het in veel western films ook eindigt ging iedereen zijn eigen weg.

Sneeuwweek door Ted Tettero

Examens Certificaat II.
mapHet examen bij de CII bestaat uit 3 onderdelen : theorie (30 okt.), lesgeven (15 nov.) en eigenvaardigheid (23 nov.) Het theorie-examen is het hetzelfde van opzet als die bij CI, alleen iets uitgebreider. De vragen zijn niet al te moeilijk, alles is letterlijk terug te vinden in de cursusmap, vooral stampen dus. Het examen lesgeven is best een hele opgave, je moet een les van een half uur draaien op de borstelbaan. Dit kan aan absolute beginners zijn, maar ook aan gevorderden. Je weet van tevoren wel ongeveer wat je krijgt, zodat je je daarop kan voorbereiden. Maar lesgeven terwijl er 2 examinatoren op je neus staan te kijken is geen pretje.
Het laatste examen is de eigenvaardigheid, ook op een borstelbaan. Nu worden de volgende 4 technieken beoordeeld: geslipte basisbocht, gestuurde bocht, kort gestuurde bochten en lang gesneden bochten. Dit valt niet mee op een borstelbaan, zeker als je er nog niet 100% mee vertrouwd bent. Ook hier wordt je weer beoordeeld door 2 examinatoren.

Tenslotte……
Na afloop van het examen eigenvaardigheid, 23 nov. ’03, was de diploma-uitreiking. Van de 15 cursisten van de CII waren er maar 5 in één keer geslaagd en er was dus niet echt een feeststemming. 9 mensen moeten nog een herexamen doen en 1 was gezakt. De opleiding is dus geen eitje die je zomaar even doet. Er wordt heel veel inzet van je gevraagd en je moet veel werk thuisdoen. Je krijgt hier wel een hele hoop voor terug. Vooral de sneeuwweek in kaprun was een unieke ervaring, we zijn daardoor een hele hechte groep geworden. Ik heb door deze opleiding op een hele technische manier naar snowboarden leren kijken en veel beter leren boarden. Ook ben ik van een nul in lesgeven opgebloeid tot iemand die op een leuke en verantwoordelijk manier kan lesgeven (hoop ik). Ik ben in dit artikel niet in gegaan op verschillen tussen deze opleiding en anderen, zoals die van Ripstar en Snowsports Academy. Dat heb ik bewust gedaan omdat ik geen ervaring heb met die opleiding en dus niet via verhalen van anderen de opleidingen wil vergelijken. Mij is deze opleiding prima bevallen en ik hoop dat jullie nu ook een idee hebben wat hij inhoudt. Ik verblijf zelf de hele winter in Mayrhofen en ga daar een aantal weken lesgeven voor een Nederlandse reisorganisatie.

Walter Kouw 27-11-03

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *